Wetenschappelijke review: ALLES wat onderzoeken ons vertellen over waarom onze pups liefde nodig hebben

Written by

on

Geschreven door Laure-Anne Visele-Jonkman op 15 juni 2020
Gebaseeerd op artikel door Dietz et al’s 2018 over het belang van vroege levenservaringen voor de ontwikkeling van gedragsproblemen in honden
Samenvatting in lekentermen van een wetenschappelijk artikel over de impact van een suboptimale vroege omgeving in pups

Introductie

Het artikel van Diets et al is een uitgebreide analyse van de wetenschappelijke literatuur over de invloed van de vroege omgeving in de preventie van gedragsstoornissen in honden.  

Laten we beginnen met gedragsprobleem (alle vormen van hinderlijk gedrag) en gedragsstoornis (gedrag dat pathologisch intens, vaak, lang, etc. voorkomt) te onderscheiden. Waar een gedragsprobleem voor hindernissen zorgt, is het leven van de eigenaren (en de hond zelf!) van een hond met een gedragsstoornis ernstig aangetast, waardoor de honden vaker dan gemiddeld naar het asiel worden gebracht of er wordt zelfs aan de dierenarts gevraagd voor een euthanasie. 

Een suboptimale vroege omgeving kan de ontwikkeling van een gedragsstoornis faciliteren. Een suboptimale vroege omgeving heeft tekorten in moederlijke zorg, in kansen om een gezonde binding met een verzorgend figuur te vormen, in mentaal/fysieke stimulatie en socialisatie. Veel honden die van een onverantwoordelijke fokker komen groeien op in zo een suboptimale omgeving. Pups die in massa worden ‘geproduceerd’ zijn vaak te vroeg van hun moeder gescheiden en worden noch systematisch gesocialiseerd noch voldoende mentaal/fysiek gestimuleerd. Zoals te verwachten is, lijden pups die uit zulke omgeving komen veel vaker aan gedragsstoornissen wanneer vergeleken met pups die van een verantwoordelijke fokker komen. 

Suboptimale omgevingen komen bijzonder vaak samen met angst(en), agressie en verlatingsproblemen. 

Terwijl dit niet per se onomkeerbaar is en terwijl de pup kan (in theorie, en deels) herstellen, kost dit veel meer moeite en vergt dit heel precieze rehabilitatie zorg. 

Het belang van de moeder-pup relatie

Puppy’s die worden afgezonderd van hun moeder rond 30 a 40 dagen lopen een groter risico om later problemen op de volgende gebieden te ontwikkelen: angst (vooral tijdens wandelingen en voor geluiden) en overmatig blaffen. Dit past samen met het fysiologische plaatje: er is grondig bewijs dat onvoldoende moederlijke zorg verbonden is aan levenslang over-gevoeligheid voor stress. 

Socialisatie

Puppy’s die in een huis opgroeien (en NIET in een ruimte in de achtertuin, dus, laat staan in een kooi) zijn minder vatbaar voor het ontwikkelen van angst- en agressie problemen. Contact met mensen op jonge leeftijd bevordert het vormen van een gezonde relatie met mensen op latere leeftijd.

Echter kunnen sommige honden die in zo een suboptimale omgeving zijn opgegroeid alsnog vaak (deels) herstellen op dit punt.

Zorgvuldige blootstelling aan sociale stimuli (niet overmatig intens) vanaf 8 weken bevordert de ontwikkeling van gezonde bestendigheid voor sociale stimuli. 

De moeder kan de pups die lang (hun volledige speenperiode, dus, van 3 tot 7-9 weken) genoeg in het nest blijven ook disciplineren op gebied van ongepast hond-hond sociaal gedrag.

Lang genoeg met het nest blijven zorgt er ook voor dat de pup belangrijke leerervaringen opdoet op gebied van hond-hond interactie en communicatie door met zijn nestgenoten te spelen. Als de pup te vroeg van het nest wordt verwijderd en deze kans niet krijgt, kan dat leiden tot agressieproblemen op latere leeftijd. 

Interessant genoeg, beginnen met blootstellen op 8 weken leeftijd leidt tot meer agressie dan beginnen op 18 weken. Dit is waarschijnlijk omdat pups tussen 8-12 weken bijzonder vatbaar zijn voor schrikreacties en angst. Een trauma kan dus makkelijk ontstaan. 

(Geleide)honden die al eerder naar mensen werden gesocialiseerd, maar die vervolgens tot 12 weken in de kennels bleven (sommigen voor maar een paar extra weken) in plaats van direct herplaats worden in de huiselijke kring, zijn vatbaarder voor angst en nervositeit.  

Honden die niet werden blootgesteld aan een drukke stadsomgeving vanaf de leeftijd van 3 – 6 maanden werden vermijdend en agressief naar onbekende mensen. Dit legt de nadruk op het belang van doorzetten met socialisatie, zelfs wanneer de pup opgroeide in een ideale omgeving.  

Genetica

Belangrijke genetische factoren spelen kunnen een bepaalde hond meer of juist minder vatbaar maken voor het ontwikkelen van problemen in een suboptimale omgeving. Bestendigheid, en de leeftijd vanaf welk de angstperiode begint, zijn bij voorbeeld deels genetisch bepaald.

Samenvatting 

Terwijl een optimale vroege levensomgeving absoluut kritisch is in de ontwikkeling van een (op gedragsgebied) gezonde pup, het is niet voldoende. Genetica en latere invloeden spelen ook een belangrijke rol. 

Suboptimale vroege levenservaringen kunnen dus levenslange gevolgen hebben maar kunnen (deels) omgekeerd worden door een latere optimale omgeving, wat makkelijker of juist harder kan worden gemaakt door de genetische aanleg van de hond.  

Op gebied van behoefte aan meer onderzoek, betreuren de auteurs een spijtig gebrek aan literatuur over de impact van de moeder-pup binding over later gedrag, en over de factoren die een gezonde moeder-pup binding beïnvloeden. 

Advies

  • Scheid liever geen pup van zijn moeder en nest tot hij 8 weken oud is. 
  • Vanaf ongeveer 8 tot ongeveer 12 weken, wees uiterst voorzichtig in hoe je de pup blootstelt aan allerlei stimuli (sociaal en niet-sociaal) om trauma’s te voorkomen. 
  • De herplaatsen tussen 13-18 weken is geassocieerd met een vergroot risico op latere agressie naar mensen en honden. 
  • Check dat de fokker systematisch en matig de pups socialiseert. Dit is een legale verplichting in Nederland. Nederlandse fokkers zijn ook niet afhankelijk van import wet (waardoor een pup pas vanaf 15 weken leeftijd de Nederlandse grens binnen mag). Al in al brengt het halen van je pup van een Nederlandse fokker  minder risico’s bij zich mee (mits je zelf in Nederland woont, uiteraard). 
  • Zet voor met je socialisatie inspanningen tijdens de tweede socialisatie periode (na 12 weken)
  • Wanneer je een fokker kiest, blijf weg van masse ‘productie’ fokkers die vaak onvoldoende tijd besteden aan het socialiseren van de pups. 

Problemen met het gedrag van je hond?

Vermoed je dat je pup niet voldoende werd gesocialiseerd? Verdenk je nu de fokker dat hij een ‘puppyfabriek’ runt, of heb je je hond van straat geadopteerd? Neem contact met ons op zodat we verantwoorde en effectieve rehabilitatie stappen met je kunnen delen. Lees hier meer over onze wetenschappelijk verantwoorde en diervriendelijke gedragstherapie dienst (ongeacht waar je woont).

Referenties